woensdag 27 maart 2013

Afvaller: Sint Philipsland

Afgelopen zaterdag toog Anna naar de open dag van de heemkundekring 'Stad en Lande van Tholen'. Deze kring is in het rijke bezit van zo'n 16.000 foto's. Je zou toch verwachten dat hier een foto aanwezig moet zijn van dé trui met 'het gaatjeshart'.

Aan het werk met een slagrieve.
Archief Heemkundekring Stad en Lande van Tholen
Helaas, pindakaas. Kees Fase van de kring leent zijn laptop uit zodat Anja snel digitaal de afbeeldingen kan bekijken. Er zitten hele mooie bij (dat absoluut), maar dé trui zit er weer niet tussen.

Op de vraag hoe het dan zit met de vissersvloot van Sint Philipsland (Anja was er toch) komt het Register van Zeeuwse schepen 1911-1947 op tafel. Wat een schat aan informatie...

Over de vloot van Sint Philipsland kunnen we kort zijn. In de hele periode van 36 jaar worden er 8 schepen geregistreerd. Alle schepen zijn vervolgens uit de visserij verdwenen. Stefanie en Anja houden het er dan ook op dat we hier geen visserstruien zullen vinden. Mocht het toch anders zijn, dan komen we er uiteraard op terug.

Archief Heemkundekring Stad en Lande van Tholen
Een andere verrassing is dat de Zeeuwse vloot veel groter was dan we steeds dachten. Niet alleen de plaatsen uit Zeeland vallen namelijk onder de Zeeuwse vloot, maar ook plaatsen als Bergen op Zoom, Willemstad, Goedereede en Ouddorp. Hoewel we daarmee een paar al bekende truien in de schoot krijgen geworpen, vergroot dit het onderzoeksgebied aanzienlijk.
We beraden ons over wat te doen; voorlopig beperken we ons tot onderzoek op de Zeeuwse eilanden.

In het register zien we dat schepen van de één naar de ander gingen. Dat schepen werden omgevlagd als een familie verhuisde en dat schepen van Marken naar Vlissingen en vervolgens weer naar IJmuiden gaan. Er komen en gaan in het Zeeuwse zelfs schepen van Engeland. Bedenk daarbij dat het register door de gemeentes moest worden bijgehouden en dat die vaak geen controle uitoefenden. Soms was een schip al weer vier keer verkocht voordat het opnieuw werd opgenomen in het register.
Maar, het geeft ook aan dat de contacten tussen plaatsen onderling vele malen groter was dan in de jaren 1980 steeds werd aangenomen.

Getuige hiervan is deze foto:

Op de achtegrond de ARM 44
Archief Heemkundekring Stad en Lande van Tholen

De foto is gemaakt op de werf van Roukema in Tholen. Tholen blijkt naast de werf Van Duivendijk nóg een werf te hebben gehad. Op deze werf waren vooral Arnemuidse vissers klant vertelt Frans Bout, een oude Thoolse visser. Waarom dat zo was kan hij zich niet herinneren: "Tja, dat weet ik niet. Je zou toch zeggen: ze hadden hun eigen werf bij Meerman."
Hij herinnert zich wel dat de werf in de winter van 1939-1940 afbrandde en nooit meer is opgebouwd.

We vinden ook de VLI 15 van Jacob Schroevers. In 1913 schaft hij zich een ander schip aan. We zien ook dat niet alle zoons meevaren bij pa. Er staan vier bemanningsleden gemeld in het register en geen vijf (of zes).

Daarmee zijn we weer terug in Vlissingen. Volgende week komt het volgende telpatroon: Vlissingen Takeling. Hier is wel iets bijzonders mee aan de hand. Daarover snel meer.

donderdag 21 maart 2013

Tantalus en de macht van het geschreven woord

Kennen jullie dat gevoel? Je bent een legpuzzel aan het maken van, zeg, 2500 stukjes. Net als je besloten hebt dat het voor vandaag genoeg is geweest vindt je nog een passend stukje... Of: je legpuzzel is bijna af. Er blijkt echter in het midden van de afbeelding één stukje te missen.

Dit gevoel hebben we op dit moment een beetje bij het raadsel van het 'Hart van Tholen'. We hebben een heleboel stukjes gevonden: alle hoekjes zijn gevonden en de rand is compleet. Helaas, in het midden ontbreekt er nog een stukje.



Maar, wat heeft Tantalus hier mee te maken? Tantalus is een koning uit de Griekse mythologie. Hij heeft zich vreselijk misdragen en wordt daarom door de Griekse goden op een gruwelijke wijze gestraft. Hij wordt door hen naar de onderwereld gestuurd. Daar staat hij tot aan zijn nek in een poel met water. Als hij bukt om wat te drinken stroomt het water weg, zodat hij er net niet bij kan. Als hij naar de fruitbomen reikt om wat te plukken waait de wind alle takken buiten zijn bereik.

Gelukkig is het met Anja en Stefanie niet zo erg gesteld ;) 
Echter, steeds als we denken: 'nu hebben we het raadsel opgelost', duikt er een nieuwe vraag op of krijgt het verhaal een andere wending. En dat doet ons denken aan Tantalus.



Waar we op dit moment ook steeds tegen aanlopen is 'de macht van het geschreven woord'. Of anders gezegd: wat al eens is opgeschreven, is waar. 
In de jaren 1980 is er in De Meestoof een wisseltentoonstelling over de visserij geweest. Als leidraad voor de kleding is daarbij het boekje van Henriëtte van der Klift gebruikt. We weten nu dat dit boekje voor Zeeland onvolledig is en een aantal fouten bevat.
Destijds is alles wat er in dit boekje is geschreven voor 'waar' aangenomen. Daardoor zijn verhalen een eigen leven gaan lijden en is het nu heel moeilijk om het goede verhaal er uit te halen.

We denken toch binnenkort meer te weten. Wij hopen niet dat dat dan zal voelen als een pyrrusoverwinning :(

maandag 18 maart 2013

Fabels en feiten - Kleren maken de man

Eén van de verhalen die gaan over de visserstruien is dat die nooit werden gewassen. Doordat de eigenaar de trui altijd aanhad werd die vanzelf waterdicht door vuil en vet.

Wij wagen het om sterkt te twijfelen aan het waarheidsgehalte van dit verhaal. Jazeker, het klopt voor een deel. De vissers die van zondagnacht tot donderdag, vrijdag of zaterdag aan boord zijn komen vaak niet 'uit de kleren'. Aan boord is er altijd minimaal één lid van de bemanning wakker. De anderen kunnen dan slapen. Dat is tegenwoordig nog steeds zo. Totdat er vis is, of  'stront aan de knikker'. In het eerste geval moet iedereen zo snel mogelijk aan dek om netten buiten te zetten of vis binnen te halen. In het tweede geval moet iedereen ook zo snel mogelijk aan dek. Nu om het schip en/of het vege lijf te redden. Het slapen aan boord bestaat meestal uit korte tukken. Een 'boerennacht' van 7 of 8 uur is er zeker niet bij.

Foto: Archief Tholen
helemaal rechts: Kees Bout
Omdat iedereen steeds zo snel mogelijk paraat moet zijn is het handig om de kleren aan te houden. Er zijn zelfs mannen die met hun laarzen aan in hun kooi kruipen.
Stel je van die kooien niet al te veel voor. De kooi (soms maar één, soms meer dan één) zat op een plek die verder van weinig nut was aan boord. In de punt (stampen) of bij kuilen lijn. Daar sliep dan twee man in, kop aan kont. Dat kost minder ruimte. De kooien waren meestal zo laag dat je niet rechtop kon zitten.
Probeer dan maar eens op een stampend en slingerend schip je kleren en je laarzen aan te trekken.
Klompen werden overigens wél uitgedaan. Daar schiet je zo in. Als je ze tenminste zo hebt weggestopt dat ze niet door de ruimte gaan rollen.

Doordat de vissers hun kleren een hele week aanhouden is nat worden (regen, buiswater) een probleem. Eenmaal nat blijf je nat tot je weer thuis bent. Een visser zal dan ook willen voorkomen dat zijn kleren nat worden. Daarom trekt hij oliegoed aan als daar de tijd voor is. Dan heb je geen waterdichte trui nodig.

Dat de trui thuis ook niet zou worden gewassen wagen we te betwijfelen.
'Als ze dan op vrijdag of zaterdag thuiskomen zijn ze ongeschoren en ze stinken', aldus de vissersvrouwen. Eerst wassen en scheren. Het scheren kan in die jaren nog bij de plaatselijke kapper. Op zondag ga je tenslotte pront naar de kerk.

Foto; Archief Tholen
rechts: Kees bout
We hebben foto's van dezelfde vissers in verschillende truien. Daarom denken we dat een visser vaak meer dan één trui had. De vuile trui kan dan op maandag worden gewassen en is de week daarna weer droog. De meeste vissers zijn behoorlijk arm. Sajet is echter de goedkoopste wolsoort die er is. Dat maakt sajet voor de vissersvrouwen een aantrekkelijk materiaal.

Aan boord werd er niet gewassen (zowel het lijf als de kleding) door de vissers. De hoeveelheid water die meegenomen kan worden is minimaal. Dit kostbare drinkwater ga je zeker niet verspillen aan het wassen van jezelf of je kleren.

Het 'niet wassen' van de truien ligt aan de westkant van de Noordzee een klein beetje anders. Daar is de visserstrui of gansey onderdeel van het marine uniform. Bij de marine ben je vaak langere tijd aan boord van het schip. Probleem aan boord is altijd de ruimte. Ook voor eten en drinken is de ruimte beperkt. Ruim  100 jaar geleden is het water rantsoen aan boord van een Engels marineschip zo'n 3 liter per persoon per dag voor drinken, koken en wassen. Daar ben je natuurlijk heel zuinig mee.


Wassen in zeewater kan niet. Het zout uit het water zal vocht aantrekken. Bovendien blijven er allerlei kleine organismen achter in de gansey. Dan stink je niet alleen naar een paalhoofd bij laag water (of een oesterput), maar die organismen zullen ook gaan rotten. Hoewel wij vinden dat een paalhoofd en een oesterput best lekker ruiken, kunnen wij ons voorstellen dat deze geur het als afther-shave niet goed zal doen.

Soms kan er worden gewassen in regenwater en maak je tijd om jezelf en je kleding te soppen.
Voor het wassen van de gansey had men een simpele, maar zeer effectieve methode gevonden. De ganseys worden gewassen in urine. Dit product is aan boord en kan na gebruik worden weggegooid. Urine is in eerste instantie een 'schoon' product. Pas na enige tijd gaan zich er bacteriën in ontwikkelen. Verse urine is daarom 'frisser'. Na het wassen wordt de gansey in de wind en zon te drogen gehangen.

En nu weten jullie misschien wel meer dan jullie eigenlijk wilden weten ;)

Bronnen:

  • Vissersverhalen, Kees Slager en Paul de Schipper
  • A fisherman knits
  • Archief gemeente Tholen




maandag 11 maart 2013

Het raadsel van het hart van Tholen

In Tholen lopen we tegen twee raadsels aan. Het eerste raadsel is het volgende:

Streekmuseum De Meestoof is in het bezit van een originele visserstrui. Deze trui is in de collectie gekomen bij de wisseltentoonstelling over visserstruien in het midden van de jaren '80. Destijds was er ook sprake van een gelijkende trui maar dan met een hart, ingebreid met ajour. Van dit patroon is er een proeflapje en een patroontje wat toen door één van de vrijwilligers werd gemaakt.



Nu komt het raadsel: er is namelijk niemand die ooit een dergelijke trui echt heeft gezien. Wij vinden die trui ook niet terug op foto's. Zou deze trui werkelijk hebben bestaan, of is het een 'verbastering' van het godsoog in ajour? Het godsoog werd namelijk ingebreid in de machinaal gemaakte truien die onder andere bij 'Adja' werden verkocht.

Het telpatroon ziet er zo uit:


Teltekening gemaakt door mw. Glerum, midden jaren 1980


In een schema:



Wie helpt ons uit de brand?


Gemeente archief Tholen: bij de pont over  de Eendracht
Het tweede raadsel is een trui die we wèl op foto's zien, zoals de foto hierboven. Alle afbeeldingen met deze trui zijn echter zo slecht dat we er geen patroon van kunnen maken.

Nu hebben de al gebreide mini's nut. Bij het bekijken van de modellen herinnert Dien zich dat haar opoe deze truien breide. Dien woont rond de oorlog bij haar opoe in huis. Dat heeft een pragmatische reden. Door bombardementen en inundatie zijn veel woningen verwoest. Bij ieder die met minder dan drie personen in een huis woont kunnen mensen worden ingekwartierd.
Dien heeft nog een jongere broer, waardoor zij thuis met vier personen zijn. Opoe woont samen met één van haar zoons. Daar is dus iemand 'te kort'. Dien verhuist daarom naar opoe.

In de jaren dat zij bij opoe woont ziet zij verschillende truien tot stand komen. De truien werden gebreid met banen.
Dien: "Mijn vader had een dikke buik. Dan stond die trui helemaal strak. Door die banen kwam de buik nog erger uit. Daar had ik toch zo'n hekel aan..."
De herinnering aan de banen zal ongetwijfeld kloppen. Iets waar je een hekel aan hebt vergeet je niet snel.


In de trui zou steeds een stukje glad en dan ribbels gebreid zijn, waardoor er banen ontstaan. Het bovenste deel is in ribbels óf in averechte tricotsteek. In dat deel wordt een diamant ingebreid in tricotsteek. Dat is dan net andersom dan bij deze trui.


Op de foto hieronder (gemaakt op de werf Van Duivendijk in Bruinisse) heeft de man onder '42' van het consentnummer waarschijnlijk ook zo'n trui aan.

Zeeuwse Bibliotheek / Beeldbank Zeeland

Nu nog iemand vinden die precies weet hoe het zit...!

zaterdag 2 maart 2013

Verkoop complete pakketten visserstruien

Sinds gisteren zijn de zaken rondom de Zeeuwse visserstruien in een stroomversnelling gekomen. We werden geïnterviewd door een verslaggever van De Eendrachtbode, een streekblad uit Noord-Zeeland. Vandaag is dit blog 'site van de dag' bij Zeelandnet, én er is een item bij Omroep Zeeland over visserstruien. Wat ontzettend leuk, zoveel aandacht ;)

Zeeuwse bibliotheek / Beeldbank Zeeland
Verder hebben we goed nieuws over de patronen:
Via de webshop van Jeanet van Blij dat ik Brei komen een aantal breipakketten van Zeeuwse visserstruien in de verkoop. In de webshop zijn daarnaast ook andere Zeeuwse (zelfmaak) handwerk cadeautjes te vinden. Heb je vragen, of zoek je iets speciaals, dan kun je altijd via de mail contact met Jeanet opnemen.

Regelmatig krijgen we de de vraag of een bepaalde vissersplaats ook een trui had. Op dit moment hebben we truien gevonden in:
  • Arnemuiden (4)
  • Vlissingen (1)
  • Yerseke (2)
  • Tholen (4)
  • Brouwershaven (2)
Daarnaast weten we zeker dat er in Breskens en Philippine ook een truien waren. We zijn op zoek naar geschikte foto's. In de plaatsen Bruinisse, Zierikzee, Graauw en Clinge gaan we nog onderzoek doen.

De teltekeningen van alle motiefjes komen in de loop van dit jaar gratis op dit blog. 
Patronen voor grote truien in dames-, heren- en kindermaten zijn in de maak. Kijk hiervoor regelmatig op onze website/webshop.

Deze zomer hopen we de laatste truien uit Zeeland (voor zover we die kunnen vinden) in kaart te brengen. Dan gaan we onderzoeken of het mogelijk is een boek uit te geven met verhalen en patronen over 'de Zeeuwse visserstruien en hun verhalen'.