woensdag 29 mei 2013

Brouwershaven Visserstrui Kentering

Veel Zeeuwen zullen het zich wel voor kunnen stellen: een zonnige zomeravond op het strand, zo eind juli begin augustus. De zon staat in het westen, het is laag tij. De wind valt weg. De meeste badgasten (toeristen) zijn vertrokken en alleen de 'locals' zijn nog op het strand.
Een drieteenmeeuw is op zoek naar resten brood en weggegooide frietjes. Een andere krijst in de lucht.
Foto SH

Rust en het zachtjes ruisen van de golven. Ribbels in het natte zand, een beetje branding en daarachter een spiegelgladde zee..... net voor het kenteren van het getij.
Precies daaraan doet één van de patronen van Brouwershaven denken. Nu vinden we de werknaam 'op de kentering van het getij' een beetje lang. Daarom kortweg: kentering.

Brouwershaven (door Zeeuwen 'Brouw' genoemd en niet te verwarren met 'Bru') is vooral bekend van Concert at Sea op de Brouwersdam. Bij mooi weer erg leuk om dit festival mee te maken (vergeet je zonnebrandcrème en drinken niet) bij slecht weer volgens ons een nachtmerrie.

Fotograaf onbekend
Brouwershaven is een stadje met een visserijverleden. Vis en schaal- en schelpdieren vormen een bron van inkomsten. Wat velen niet weten is dat Brouw ook lange tijd een doorvoerhaven is geweest. In de 16e eeuw is het een doorvoerhaven voor zout naar de Oostzee. Wat mogelijk nog minder mensen weten is dat Brouwershaven overslaghaven is geweest voor Rotterdam. Deze plaats was door het verzanden van de Brielse Maas nagenoeg onbereikbaar geworden voor grote schepen.
De lading van die schepen werd in Brouw overgeplaatst op kleinere schepen en dan naar Rotterdam vervoerd. Tot 1872, dan wordt de Nieuwe Waterweg gegraven en is het gedaan met Brouw als doorvoerhaven. Weer andere waterwerken brengen Brouwershaven opnieuw voorspoed. Met de aanleg van de Deltawerken wordt de stad beter bereikbaar. Een jachthaven en het toerisme zijn de nieuwe bronnen van inkomsten.

Al vrij snel vinden we in Brouw twee verschillende visserstruien. Ze staan allebei op de foto hierboven. Van de trui links is dit de teltekening:


Het heeft even tijd nodig voor we uitvinden hoe het patroon precies is. Dit komt doordat we ons laten leiden door wat we tot nu toe hebben gevonden: de averechte steek geeft het accent. Dat deel is meestal smaller dan de rechte steken en komt daardoor naar voren. Na diverse proefjes klopt het patroon nog steeds niet. Tot we het breiwerk omdraaien..... aan de achterkant zien we het patroon wat we zochten.
Weer wat geleerd: kijk onbevangen en onbevooroordeeld naar de patronen en vergeet (bijna) alles wat je eerder hebt gevonden.
De foto is heel onduidelijk. We zijn er van uitgegaan dat het bovenste deel in gerstekorrel is gebreid. Een patroon met meer rechte en averechte steken naast en boven elkaar geeft een ander effect. Of dit ook echt zo is hebben we tot nu toe niet kunnen achterhalen.

Opvallend is dat in beide Brouwse truien het onderste deel van de panden en de mouwen in tricotsteek is gebreid. Dit komen we niet bij heel veel Zeeuwse truien tegen. Tot nu toe hebben we het volgende gevonden: Met uitzondering van het hart en het visnet van Tholen worden de patronen helemaal ingebreid in de truien.

Een breipakket van dit patroon (garen en een werkbeschrijving) is op aanvraag verkrijgbaar bij Jeanet van Blij dat ik Brei. Het patroon is op dit moment beschikbaar in de kindermaten 92 -104, 116 - 128 en 140 -164. Je kunt Jeanet mailen voor meer informatie.

Bronnen: 
- Wikipedia
- Rijkswaterstaat
- Vissersverhalen, Kees Slager en Paul de Schipper

dinsdag 14 mei 2013

Stoffel Schot uit Tholen

Waar is mijn bril?
Hij zit op je neus...

Iets dergelijks is ons overkomen met het 'Hart van Tholen'. Bijna dagelijks komen Anja en buurman Willem elkaar tegen. Anna lopend met haar trouwe viervoeter en Willem op de fiets naar zijn 'lapje'. Wat blijkt? Willem is de kleinzoon van Stoffel, waar we hier al over hebben geschreven.

Stoffel Schot
Foto: Annie en Willem Deurloo
De trui met dat hart kent Willem wel. Maar ja, hij dacht: 'die zullen jullie al lang hebben'. Willem weet ook nog dat zijn oma dergelijke truien breide. Meestal met van die 'wiebers', je weet wel....

Stoffel (Christoffel) wordt geboren op 15 januari 1876. Net als de meeste mannen binnen de familie Schot wordt hij visser. In 1901 trouwt hij met Catharina Schot. Het echtpaar krijgt tussen 1903 en 1914 zeven kinderen. Drie kinderen, allemaal meisjes, overlijden binnen het eerste levensjaar.

Maria Deurloo - Schot
Foto: Annie en Willem Deurloo
Eén van de dochters, Maria, trouwt met Cornelis Deurloo. Dat zijn de ouders van Willem. Cornelis is tuinder. Zo blijkt maar weer (net als bij Tannetje Bout) dat er ook buiten de eigen (vissers)kringen werd getrouwd.

Willem vertelt:
"Mijn opa en mijn ooms waren vissers. Eigenlijk had ik ook de visserij wel in gewild. Maar ja, ik was een Deurloo, dus dan werd je tuinder. Ik ging wel eens met mijn oom Jewannes (Schot) mee. Dan brachten we mossels naar Philippine. Het was net na de oorlog en heel de Westerschelde lag nog vol mijnen.
Eén van de knechten stond op het voordek om naar mijnen te speuren. Ik moest dan van mijn oom achter het stuurkotje gaan zitten. Daar zat ik dan veilig (!) zei hij.

Ik weet nog dat ze op de zeilen naar Antwerpen voeren om mossels uit te leuren. Dat was voer voor de armen. De hemel werd gedankt als de hele voorraad was verkocht. Ja, het was zo arm hè in die tijd. Het laatste stuk door het kanaal kon je niet meer zeilen. Dan was er een man met een paard en die jaagde de hoogaarsen naar Antwerpen.

Mijn opa heeft nooit een overhemd gehad. Hij droeg altijd truien. Voor het werk een zelfgebreide en voor de zondag een Engelse trui. Die Engelse truien en schipperspetten kochten ze in Antwerpen. In 1933 werd de tunnel van Sint Anneken (Sint Annatunnel) onder de Schelde geopend in Antwerpen. Toen hoefden ze niet meer met de pont over.
In de tunnel werd zijn portefeuille gerold. Hij kwam er pas in de winkel achter, toen hij zijn trui en pet wilde betalen. Heel de opbrengst van die dag weg. De spullen kreeg hij toch mee, want ze kenden hem daar. Die mocht hij later komen betalen.

Stoffel Schot
Foto: Annie en Willem Deurloo
Opa Stoffel wilde nooit op de foto, maar voor zijn identiteitsbewijs moest het van de Duitsers. Daarom staat hij altijd zo kwaad op de foto. Een tante van me had zo'n boxje (fototoestel). Daarmee maakte ze een keer een foto van opa. Hij was zó kwaad, hij zou het boxje kapot gemaakt hebben.
Het is nu wel jammer dat er zo weinig foto's zijn."

Bronnen / met dank aan:
- Annie en Willem Deurloo
- Archief Tholen
- Zeeuwen gezocht

dinsdag 7 mei 2013

Visserstrui Yerseke - Wevelingen

Ook bij het zoeken naar een trui uit Yerseke stuiten we steeds tegen hetzelfde aan:

"Nee hoor, die werden hier niet gedragen. Ja, soms een trui met een kabel. Het was maar net wat in de mode was of wat men leuk vond om te dragen."

"Je komt dat fenomeen wel vaker tegen. Toen die kabeltruien, later een schabbe. Eerst een blauwe en daarna een rode." (Een 'schabbe' is dialect voor een 'kiel'.)

Dát bedoelen we dus, de authentieke truien worden niet als zodanig herkend door de bewoners van een plaats. Op zich is dit niet heel vreemd. Het is immers 'gewoon'. Toch hebben we twee truien gevonden in Yerseke. Het was inderdaad zoeken. Vaak zijn de afbeeldingen heel donker, of gewoon slecht door waterschade.

Bron: Zeeuwse bibliotheek / Beeldbank Zeeland
Yerseke is nog steeds een beroemde plaats. Nadat vrijwel de gehele oestercultuur na 1953 (toen de dijken werden verzwaard en veel oesterputten verdwenen) en na 1963 (toen een ziekte vrijwel alle 'Zeeuwse platte' uitroeide) in Zeeland verdween, werd Yerseke hoofdstad van de oester en de mossel (en vergeet ook de minder bekende kokkel niet).

Jullie hebben er even op moeten wachten, het telpatroon van de Yersekse trui 'Wevelingen'.
Weveliengen is een dialectwoord. Het zijn de ladders aan boord van een schip, die zijn gemaakt van lijn of touw.
Hoogaars: toegeschreven aan Jean Paul Clays

Met deze trui is iets aan de hand. Van dezelfde trui hebben we een aantal foto's. Echter, op de ene foto lijkt het of het stukje tussen de 'sporten' in rechte steken is gebreid, op een andere afbeelding van dezelfde trui of het stukje in kabels is. Daarom deze keer twee telpatronen voor dezelfde trui: één zonder en één met kabels. De trui zonder kabels is zuiniger in gebruik van wol dan de trui met kabels.
Welke trui het echt was weten we niet. Misschien werden ze ook wel allebei gedragen. Pas bij het breien de breedte van de sporten en de kabels aan aan de breedte van de trui.




Wevelingen recht


Wevelingen kabels

Meerder voor de trui met kabels in dat deel steeds elke 3 tot 3 steken (net als bij de trui uit Vlissingen). Minder deze steken weer bovenaan de trui.

Bronnen: 
- Zeeuwse Bibiotheek
- Rinus van Stee
- Wikipedia

zaterdag 4 mei 2013

Verhalen van Thoolse vissers en hun vrouwen

"In de oorlog was het echt pikkedonker. Alles was verduisterd. Maar bang waren we niet. Vader had wel kattenogen. Dan had hij al lang een tonnetje gezien en wist dat we stuurboord of bakboord moesten, nog lang en breed voor wij ook maar iets zagen. Met de verduistering was er geen lichtje op het land en ook niet op het water. Alles was donker en moest donker. Je wilde per slot niet worden beschoten.

Wij hadden het als vissers hier niet zo slecht. In de oorlog konden we gewoon blijven vissen: op de Oosterschelde, het Keeten, Zijpe en 't Mastgat. De vissers op de Westerschelde en bij Rotterdam, die hadden het slecht. Daar lagen nog al eens mijnen en die wil je niet opvissen.

De Duitsers, ach als je zelf gewoon deed deden zij ook gewoon tegen jou. De meeste waren tenslotte ook maar gestuurd. Ze wilden zelf ook liever vandaag dan morgen naar huis."

1944: Molensingel
bron: archief Tholen
Villa Ostrea, in de tuin wordt gekanood
bron: archief Tholen











"Jaone: Tegen het einde van de oorlog, februari 1944, kwam de commandant. Dat de sluis bij het stoomgemaal open moest om het water binnen te laten. Jab (de echtgenoot van Jaone) weigerde dat. Hij zei: ‘De mensen die dat kunnen hebt u weggehaald (de tewerkstelling in Duitsland). Wij kunnen het niet.’
Toen kneep ik hem wel even. Maar de commandant is weg gegaan en de sluis bleef toen dicht. Later is het hele eiland alsnog onder water gezet. Heel veel mensen moesten toen evacueren."

Frans is in die periode al weg. Op 18 juni 1943 wordt hij tewerkgesteld in Duitsland. Daar moet hij startbanen maken voor de beruchte V1. Die V1's werden gelanceerd met luchtdruk. Het zijn dezelfde V1's waar Tannetje (en vele anderen met haar) zo bang voor is.
Pas 7 1/2 maand na de bevrijding, op 13 juni 1945, komt Frans terug in Tholen. 

Dit schip is op 25-10-1944 in de Eendracht tot zinken gebracht als versperring
bron; archief Tholen
Tannetje: "In de oorlog kon je geen bol sajet en geen klosje garen te pakken krijgen. Oude truien en sokken werden dan uitgerafeld. Alleen de hele korte stukjes gingen weg. Moeder zette de sajet dan in warm water.  In de schutting had ze spijkertjes geslagen en daar werd dan die natte sajet omheen gedraaid. Dat was toch een bestel. Je deed het, dan  was het nog een beetje te verwerken.
In die periode zijn er heel veel visserstruien uitgetrokken. Na de oorlog was sajet niet meer te krijgen. Er werden toen eigenlijk nog weinig nieuwe truien gebreid."

Met dank aan:
- Frans en Tannetje Bout
- Jane Berrevoets