Daar liggen ze dan, de strengen die via de post aankwamen. We nemen het aan voor 'gewoon', maar eigenlijk is het een wonder toch? Dat alle postbodes en pakketbezorgers (bijna) iedere dag alles bezorgen wat ze in hun tas of in hun bus krijgen?
Zo gewoon is het eigenlijk niet, daarom:
Geven we alle post- en pakketbezorgers een welverdiende PLUIM op de HOED 👒!
De strengen dus, ze liggen nog steeds. Daar moeten we wat mee vóórdat we kunnen gaan breien. En het liefst zonder dat de hele handel in de knoop raakt (al eens 800 meter garen ontward?).
Herinneren jullie je het nog van vroeger hoe dat ging? Het opwinden van strengen wol bij je oma voor sokken, een trui of een vest? Eindeloos met je onderarmen in een hoek en oma opwinden? Wij hebben nog geen kleinkinderen op voorraad, dus we moeten het anders doen.
Met het 'nieuwe normaal' zijn er ook bij ons werkplekken ingericht, daardoor is de hartstikke handige tafel die we normaal gebruiken bezet. Maar: flexibel als we zijn wordt ónze flexplek een workmate...tja, het kan erger tenslotte en zo 'werkt' het ook.
Het blijft niet bij de strengen Dutch Merino, we willen ook andere garensoorten kunnen aanbieden. Welke soorten dat moeten worden bepalen we door er mee te gaan breien: voldoet het garen aan de steekverhouding zoals we die bepaald hebben, breit het prettig, is het garen goed leverbaar...
Niet alle door ons bedachte garens komen door de selectie. Eén van de garens komt bijvoorbeeld prima uit de test, maar is heel duur en er moet veel tegelijk van worden aangeschaft. Dan - het zal jullie niet verbazen - gaan ook economische motieven een rol spelen en valt zo'n garen toch af.
We breien verschillende proeflapjes - dat is heel nuttig, écht waar. Jaren geleden schreef ik er al eens een (langere) blogpost over. De inhoud is nog steeds actueel, daarom plaatsen we graag de verkorte versie.
Iedereen weet het eigenlijk wel: Brei een proeflapje voor je aan een werkstuk begint. Ik had er zelf (vroeger) ook altijd een hekel aan. Met het groeien der jaren (het verliezen van wilde haren?) en het verkrijgen van wat meer geduld 'doe' ik er tegenwoordig wel aan.
Ik brei lapjes bij een nieuw patroon - om het in 'mijn vingers' te krijgen - om te zien hoe een garen zich gedraagt, om te bekijken of het wordt zoals ik wil. Ik doe ze ook regelmatig in de (machine)was, zeker als ik twijfel of een garen zal krimpen. Proeflapjes kunnen veel ergernis en nog meer werk besparen.
Brei een proeflapje vooral niet te klein, ik hou zelf minimaal 15 x 15 cm aan, zo kun je gemakkelijk de 10 x 10 cm afmeten die meestal in het patroon wordt genoemd. Het wikkel van de wol of de opgave van de fabrikant op de website geven een indicatie voor de hoeveelheid steken die je ongeveer op moet zetten.
Heb je minder steken in je 10 x 10 cm? Gebruik dunnere breinaalden en probeer opnieuw.
Heb je meer steken in je 10 x 10 cm? Gebruik dikkere breinaalden en probeer opnieuw.
Met de proeflapjes in de aanslag kunnen we 'door naar de volgende ronde'.
Wordt vervolgd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten