donderdag 23 december 2021

Er was eens 5: Handel en wandel

In deze blogpost vliegen we samen door de geschiedenis van het breien in Europa en de Nederlandse geschiedenis. We doen dat heel summier omdat de verhalenlijn 'Er was eens' anders véél te lang zou worden.

Breiende madonna, Bertram van Minden begin 15e eeuw
Van; Wikipedia

De vroegste breiwerken in Europa worden gemaakt voor Spaanse koningshuizen door Arabische breiers. Het breien werd vermoedelijk ontwikkeld in Azië en/ of de Arabische landen nadat daar het spinnewiel was uitgevonden. Met dat spinnewiel kunnen de lange draden worden gefabriceerd die nodig zijn voor een breiwerk. (Het zou ook zo maar kunnen zijn dat het breien zich tegelijkertijd op verschillende plaatsen op de wereld heeft ontwikkeld. Zoiets gebeurt vaker in de geschiedenis van de mens.)

Volgens veel bronnen op het internet verschijnen tijdens de 80-jarige oorlog (1568 - 1648) en de Spaanse overheersing in de Nederlanden de eerste gebreide kledingstukken. Op het blog 'Nederlands gebreid' vinden we echter dat het eerste breiersgilde in de Nederlanden mogelijk al in 1429 in Tournai werd opgericht. Dat klinkt waarschijnlijk en zou qua tijd overeenkomen met de afbeelding hierboven van Bertram van Minden, een Duitse kunstschilder. Deze schilder leefde van ca. 1340- 1415 en was dus al zo bekend met de kunst van het breien dat hij een trui afbeeldt die wordt gebreid op 4 naalden. 

Via datzelfde blog komen we op het spoor van Irena Turnau en wat zij schrijft over de geschiedenis van het breien in het stuk 'The knitting crafts in Europe from the thirteenth to the eighteenth century'.  Hierin kun je lezen dat de Nederlanders beroemd waren om hun breiwerk en dat onder andere Engeland in de 16e eeuw gebreide handschoenen importeerde uit de Nederlanden. Ook vinden we dat algemeen wordt aangenomen dat het breien vanuit Nederland naar Scandinavië is 'geëxporteerd' (zie pagina 22 in het artikel).
Dit klopt met wat Annemor Sundbø schrijft in haar boek 'Koftearven': één van de oudste termen voor een 'kofte' is 'hollandsk truien'. Maar hoe kwamen die truien dan in Noorwegen terecht?

We zwaaien af naar de Nederlandse geschiedenis.
Een beetje een onderbelicht onderwerp in onze vaderlandse historie is de periode van de 'moedernegotie' of de Oostzeehandel. Deze Oostzeehandel ontstond in de 15e eeuw, bleef tot 1660 winstgevend en kwam voort uit de (haring)visserij. In een blogpost uit 2013 schrijven wel al over het haringkaken en dat dit waarschijnlijk in Biervliet, in wat nu Zeeuws-Vlaanderen is, werd uitgevonden. 
We komen in deze post ook op de Shetland-eilanden terecht (figuurlijk dan) en bij de Itse muts, een kledingstuk wat Annemor ook noemt in haar boek.

Itse muts, replica/ proefmodel
Collectie Stichting Zeeuwse Visserstruien

Terug naar de Oostzeehandel; onder andere graan, zout en hout werden verscheept en verhandeld.  Brouwershaven was bijvoorbeeld een doorvoerhaven voor zout naar de Oostzee. Maar: niet alleen Brouwershaven, bijvoorbeeld ook Middelburg, Veere, Arnemuiden en Zierikzee profiteren van deze handelsperiode. Een samenvatting over de Oostzeehandel kun je vinden op
Wikipedia. Er werden tijdens de bloeiperiode van de moedernegotie verschillende oorlogen gevoerd om die handel te kunnen controleren. Nederland was - afhankelijk van wie er aan de winnende hand was - bondgenoot van de Denen of van de Zweden. De Deense koning die de Sont beheerste was echter de belangrijkste bondgenoot tijdens de periode van de Oostzeehandel.

In 1536 houdt Noorwegen op te bestaan als zelfstandig land, Deense edellieden gaan het land besturen en dat duurt maar liefst tot 1814. Zo komen we weer terug bij de geschiedenis van het breien in Noorwegen en de 'nattrøje'. De Denen laten namelijk  breiers uit Nederland komen voor het vervaardigen van breiwerk. Eén van die Nederlanders is bijvoorbeeld 'Willumb Willumbsen' (bedenk dat er vaak geen eenduidige schrijfwijze was voor namen en woorden en de oer-Hollandse naam Willem Willemsen ligt op het puntje van je tong...). Willumb vestigt zich in Kopenhagen en vervaardigt breiwerk voor de Deens-Noorse markt. 

De Nederlandse controle over die Oostzeehandel was één van de aanleidingen tot de Nederlands-Engelse oorlogen. Tijdens één van die oorlogen voer Michiel de Ruyter naar Chatham (in 1667) voor een aanslag op de vloot van de Engelse marine in hun eigen haven - het spreekt nog steeds tot de verbeelding. Deze oorlogen zijn in de periode die we noemen in 'Er was eens 2', de periode waarin de 'nachttruien' populair zijn bij onder andere de Engelse, Noorse en Deense adel en waarvan bekend is dat deze truien niet alleen in Engeland werden vervaardigd, maar dat ze óók van elders werden geïmporteerd.
En nu lijken we de cirkel rond te kunnen breien en was het idee dat 'Michiel de Ruyter misschien al wel de voorloper van een visserstrui heeft gedragen' mogelijk helemaal zo gek nog niet.

Dit is de laatste blogpost voor dit jaar. Tijdens het zoeken naar 'de trui van Michiel' ;-) vonden we nog meer opmerkelijke en leuke dingen. Niet alleen over de visserstruien, maar ook over ander breiwerk uit de (Zeeuwse) streekdracht.

We zijn ons aan het beraden over hoe en waar we dat met jullie gaan delen.

Wordt vervolgd...



3 opmerkingen:

Truus zei

Interessant verhaal en benieuwd naar wat jullie hebben gevonden aan nieuwe onderwerpen.
Was voor het spinnewiel al niet de spintol in gebruik om lange draden te spinnen?
Gezellige Kerstdagen en een voorspoedig 2022 voor jullie.
groetjes, Truus uit Drenthe

Thalma Wolthuis zei

Schitterend om te lezen over de geschiedenis van ons breien. Ik hoop dat jullie er ooit een boek van maken.

Anoniem zei

Wat een leuke, interessant serie om te lezen!

Inge Blankenstein