Op de avond van het samenstellen van dit bericht, 5 december, vindt voor de kust van Zeeland de grootste scheepsramp sinds jaren plaats. Wij hebben allebei een partner die in de maritieme sector werkt. Daardoor raakt dit ons misschien wat meer dan andere mensen.
Deze scheepsramp met de Baltic Ace is voor ons aanleiding geweest onderstaand verhaal wat later te publiceren dan eigenlijk de bedoeling was.
In de beeldbank van de Historische vereniging Arnemuiden valt mijn oog op een zinsnede bij bovenstaande foto: 'De heldhaftige familie Schroevers' en 'schipbreuk met de Doris'.
Veel lezers zullen met de familie Schroevers niet bekend zijn. De bezitters van het boekje 'Nederlandse Visserstruien' kennen de schipbreuk met de Doris echter wel. Van deze foto:
De stranding van de Doris vond plaats op 13 december 1907 voor de kust van Westkapelle. De Engelse schoener liep met averij aan het roer vast op de Rassen, een zandbank ten zuiden van Westkapelle. Het schip liep snel vol water en de bemanning kon zich slechts redden door in de masten te klimmen en zich daar vast te sjorren. Alleen de 18-jarige kok Ernest Crowthers bond zich niet vast en, zo verklaarde de kapitein later, werd krankzinnig van angst en kou, liep van uitputting los en verdronk. De reddingsboot Koning Willem III uit Vlissingen voer, nadat door de bevolking van Westkapelle alarm was geslagen, samen met de sleepboot Elbe uit, maar zij konden door het ruwe weer niet dicht genoeg bij het gestrande schip komen en moesten onverrichter zake terug naar Vlissingen.
Op zaterdagmiddag half vier voer de 54-jarige Jacob Schroevers met de botter Vijf Gebroeders uit om te kijken of hij assistentie kon verlenen. Omdat hij de Doris niet in zicht kreeg, voer hij terug naar Vlissingen. Toen hij 's avonds echter hoorde dat er toch nog mensen aan boord moesten zijn vroeg hij zijn vijf zonen; Job (30 jaar), Gerard (27 jaar), Jacob jr. (24 jaar), Klaas (20 jaar), Lieven (17 jaar) en kleinzoon Jacob van de Ketterij (13 jaar) om met hem mee te gaan om te trachten de schipbreukelingen te redden. Jacob sr. verklaarde in eerste instantie de aanwezigheid van zijn kleinzoon dat hij hem eerst had verboden om mee te gaan, maar was gezwicht omdat hij bleef zeuren. Later verklaarde Jacob Schroevers jr. dat zijn neefje stiekem aan bord was gekropen en werd ontdekt toen ze halverwege het Oostgat voeren.
De redders Schroevers, met op de voorgrond
de 13-jarige Jacob
Schroevers voer om 11 uur 's avonds uit. Toen ze in de buurt van de Doris kwamen was de zee zo ruw dat ze niet dichtbij konden komen. Pas 's morgens, nadat het weer lichter werd, konden ze een poging wagen om met de ankerkabel een lijn te leggen met de Doris, waar drie schipbreukelingen nog steeds vastgesjord in de achtermast, en één in de voormast hingen. Na het toewerpen van de lijn kreeg een van de drenkelingen van de achtermast deze te pakken, waarna hij zich vastmaakte, in het water sprong en kon worden binnengehaald op de Vijf Gebroeders. Het lukte met grote moeite ook de andere twee op dezelfde wijze te redden, maar ze zagen geen kans om de man uit de voormast te benaderen. Later werd die door de reddingsboot alsnog gered. Onderweg naar Vlissingen werden de geredden, die 35 uur in de mast hingen, van warmte en voedsel voorzien.
Terug naar de foto in het boekje. Klopt het verhaal? Eigenlijk niet. We moeten daarbij niet vergeten dat het verkrijgen van de juiste informatie in de jaren '80 van de vorige eeuw waarschijnlijk moeilijker was dan nu.
'De Rassen' bij Westkapelle is een heel andere plaats dan de Westerschelde. Het leuke is dat we nu zelfs namen kunnen geven aan de mannen op de foto:
Op de tweede rij van links naar rechts: 2e schipper reddingsboot Kamermans, 2 roeiers, dan (in willekeurige volgorde) Caddy, Rowlands en Johnson van de Doris, 2 zoons Schroevers
Op de achterste rij: 3 roeiers en 3 zoons van Schroevers.
Helaas worden de roeiers van de reddingsboot en de zoons van Jacob Schroevers voor de foto niet verder benoemd. Waarschijnlijk staat Jacob jr. helemaal rechts op de tweede rij, met links van hem Job of Gerard. De namen zijn wel bekend:
Job, Gerard, Jacob (jr), Klaas en Lieven Schroevers. De roeiers heten Jilleba, Jobse, Burgers, De Buck, Baljé en De Smit.
Wie geeft de gezichten de goede naam?
De bemanning van de reddingsboot bestaat uit werknemers van het loodswezen. Dit is echt heel iets anders dan een reddingsbrigade.
Het is de vraag of er echt een godsoog op alle gladgebreide truien staat. Twee zoons van Jacob en de twee mannen links bij schipper Jilleba hebben zo'n trui aan. De andere gladde truien lijken helemaal geen inbreisels te hebben.
Alle vissers op de foto wonen in Vlissingen. Hun familie is oorspronkelijk afkomstig uit Arnemuiden en in 1900 naar Vlissingen verhuisd. Voor zover wij het hebben kunnen terugvinden waren alle broers bemanningslid op de VLI 15. Een visser uit Katwijk staat dus niet op de foto. De trui is gebreid met kabels en tussenliggende randjes. Bovendien is de trui 11 jaar ouder dan de tijd waarin de eerste Katwijkse truien zouden worden gedragen (na WO I, volgens Van der Klift).
Het benepen kijkende jongetje op de foto is geen 7 of 8 maar 13 jaar. En, hij koos er helemaal zelf voor om mee te gaan.
Verder waren het geen Nederlandse vissers die schipbreuk liepen, maar Britten met een lading pijpaarde. De vissers waren redders. Ook was bekend dat niet de hele bemanning de ramp heeft overleefd. De 18-jarige kok Crowthers is verdronken.
De redders zijn allemaal geëerd:
Deze redding heeft zo veel indruk gemaakt dat er zelfs een liedje over was:
De Doris is gezonken,
't kwam door het slechte weer.
De redders waren de Schroevers,
't was een zegen van de Heer.
't kwam door het slechte weer.
De redders waren de Schroevers,
't was een zegen van de Heer.
De informatie en foto's in dit bericht is afkomstig van de Historische vereniging Arnemuiden, Wikipedia en het Dorusrijkersforum.
4 opmerkingen:
Vreselijk zo'n ramp. Ik kan me voorstellen dat dat jullie extra aangrijpt. Gelukkig gebeuren zulke rampen niet zo vaak meer als in de tijd van de Doris en zijn de schepen beter uitgerust met reddingsspullen.
In het boekje wordt Westerschelde aangegeven, de Rassen ligt ten zuiden van Westkapelle in de monding van de Westerschelde.
Beste Willy,
Het klopt dat je zegt dat De Rassen in de monding van de Westerschelde ligt. Die loopt namelijk best ver door.
Door de zin 'op de Westerschelde' in het boekje lijkt het echter of de redders 'slechts' de Westerschelde voor Vlissingen op moesten. Wij willen graag aangeven dat zij nog een aantal mijlen naar buiten moesten, tot voor Westkapelle, om bij de Doris te komen
De scheepsramp van vorige week is heel tragisch; voor zo veel mensen was geen redding mogelijk en nog triester is het dat nog niet iedereen gevonden is..
In 1907 gebeurden scheepsrampen veel vaker; niks geen moderne navigatie...
Wat geven jullie prachtige informatie. Ik hoop dat jullie de gegevens krijgen die nodig zijn.
In de Harlinger Courant van afgelopen vrijdag stond het bericht dat ook in ons stadsje een visserstrui gevonden is en dat die na gebreid wordt voor het boekje van 2013.
Fijne dag en groeten van Willemien.
De derde persoon, staand achter schipper Jilleba, is mijn grootvader W. Burgers. Hij werkte als eerste roeier bij het Loodswezen op de Willem III.
zrb Koning Willem III (A) (1876 - 1910)
Het was een zelfrichtende houten roei/zeilreddingboot van het type: zrb 'Rotterdamsch Welvaren'
Gebouwd op de werf 'Rotterdamsch Welvaren' (Rotterdam) van mahonie (diagonaal gebouwd) met 3 huiden volgens engels model.
l x b x h = 9,33 x 2,57 x 1,17 m; waterverplaatsing ca. 3 ton.
De boot lag in een haven en werd d.m.v. davits of een helling te water gelaten..
In 1892 werd de boot gerepareerd en voorzien van een zware dropkiel en koperen waterkisten. De zeewaardigheid nam hierdoor toe. In 1910 is de boot voorzien van een benzinemotor.
Tot die tijd werd ze werd zeilend (met een emmerzeil), roeiend of achter een (stoom)sleepboot uitgebracht.
1890 Vlissingen
1910 Vlissingen (voorzien van een motor)
1911 beschadigd en afgevoerd.
Hartelijke groet,
I. Burgers
Een reactie posten